| Reeds voor de tweede wereldoorlog had Maarse en Kroon, het busbedrijf dat we al eerder bij er de autobus 48 tegen kwamen , een aantal bussen van het Engelse merk Leyland in dienst. Ook na de oorlog volgende er nog heel wat wagens van dit merk, vrijwel allemaal voorzien van een opbouw van Verheul. Special voor het zogenoemde voorstadsvervoer, dat M&K uitvoerde tussen Amsterdam en Amstelveen, werd in 1960 een serie Leylands van dit type RTW in dienst gesteld. RTW staat voor hier voor Royal Tiger Worldmaster. Ook voor deze bussen, waarvan SVA – bus 73 er één was, bouwde Verheul de carrosserie. Een bijzonderheid voor M&K daarbij was dat ze behalve van een voordeur ook van een middendeur waren voorzien. In het qua omvang alsmaar toenemende voorstadsvervoer bleken de bussen met alleen een voordeur (tot die tijd gebruikelijk bij M&K ) namelijk niet erg praktisch. Doordat zowel de in- als de uitstappers dezelfde deur moesten gebruiken, duurde het oponthoud aan de bushaltes te lang. Kenmerkend voor deze voorstadswagen was ook de brede band van gegolfd aluminium, waardoor ze een beetje Amerikaans uiterlijk kregen. Jarenlang deed de 73 dienst op de lijnen naar Amstelveen en ook op Schiphol was hij geen onbekende. Samen met de overige M&K – bussen ging de wagen in 1973 over naar de Centraal Nederland (CN) en in 1978 kon de SVA de bus voor 2000 gulden overnemen van dit bedrijf. Nadat de wagen een tijdje in ondermeer Pijnacker had vertoefd, waar het streekgeel werd vervangen door de oorspronkelijke M&K uitmonstering, kwam de bus weer op zijn oude stek terecht: de stalling in Aalsmeer. De SVA-werkgoep met die naam is thans de beheerder van deze kenmerkende Maarse & Kroon bus uit de jaren zestig. |
