In de beginjaren van het busvervoer was er geen echt onderscheid tussen lijndienstbussen en toerwagens, maar naarmate de jaren voorderden en ook steeds maar sprake was van echt bustoerisme, begon dit onderscheid wel te ontstaan. Deze ontwikkeling werd ook enigszins weerspiegeld in de busfabrikanten. Hoewel de meeste carrosseriebouwers toch op beide markten actief bleven, specialiseerden sommige zich in stads- en streekbussen, terwijl er bij andere het accent kwam te liggen op toerwagens. Een voorbeeld van dit laatste was de N.V. Carrosserie Roset, gevestigd in Bergen op Zoom. Roset was geen heel groot bedrijf. Gemiddeld maakte het zo’n vijftig bussen per jaar, vooral voor een aantal vaste klanten. In 1969 was Roset helaas gedwongen de poorten te sluiten. Qua vormgeving behoorde de toerwagens van Roset volgend velen tot de mooiste dat de Nederlandse busindustrie op dat moment produceerde. Een voorbeeld van Roset-toewagens is autobus 165, die in 1963 in dienst werd gesteld door firma De Baar en Leendertse uit het Zeeuwse Wemeldinge. Dit was een van de participanten in de AMZ, de Automaatschappij Zeeland. Op een Leyland onderstel bouwde Roset een carrosserie van het type dat destijds de welluidende naam ‘’Bella Vista’’ droeg. Na jarenlang toerwerk te hebben verricht, waarbij onder andere veel Amerikaanse toeristen werden vervoerd, werd de bus eind 1979 overgedragen aan de SVA. Omdat de restauratie op een aantal punten vrij ingrijpend zal moeten zijn, staat deze wagen nog steeds op de wachtlijst om onder handen te worden genomen. Formeel is de 165 ook nog niet onder het beheer van specifieke SVA-werkgroep gebracht. |