Eind jaren zeventig ontwikkelde Den Oudsten, samen met DAF en de ESO (de organisatie van de verenigde streekvervoerders) een nieuw type lijndienstbus, dat de opvolger zou moeten worden van de standaard streekbus, zoals die in vele variaties al sinds het midden van de jaren zestig werd gefabriceerd (zie bijvoorbeeld de DAF 6915 in de SVA-collectie). Het nieuwe type werd de “B 7900” genoemd en enkele prototypes maakten hun rondgang langs de diverse streekvervoerbedrijven. Kennelijk voldeden deze hier niet aan de verwachtingen, want voor de streekvervoerders kwam dit bustype nooit in productie. De enige afnemer van de B 7900, maar dan in stadbusuitvoering, was het gemeentevervoerbedrijf van Arnhem, dat enkele series diesel- en trolleybussen van dit type in gebruik nam. Met de komst van de B 7900’s introduceerde Arnhem ook de nieuwe, lichtblauwe huisstijl. Vanaf 1980 tot 1987 kwamen in totaal 41 trolleys van dit type in dienst, die goed voldeden (dat gold overigens in mindere mate voor hun soortgenoten in dieseluitvoering) en die jarenlang het Arnhemse straatbeeld bepaalden. De komst van nieuwe Volvo, Van Hool en Berkhof trolleys betekende vanaf medio jaren negentig het einde van de B 7900’s. De meeste van hen vonden een tweede bestaan bij trolleybusbedrijven in het Oostblok (o.a. in Perm en Rostov), maar de 158 kreeg de status van museumbus en bleef in Nederland.
|
