Als verdere ontwikkeling van het medio jaren zestig ontwikkelde bustype (zie de beschrijving van bus nummer 1000), waren Leylands en DAF’s met een Den Oudsten carrosserie jarenlang het standaardtype bij veel streekvervoerbedrijven.
Van deze standaardstreekbus werden in de loop der tijd vele varianten gebouwd. Zo kwamen er korte bussen en ook semi-toerwagens. Een combinatie daarvan is terug te vinden in autobus 5518, die in 1970 samen met broertje 5519 werd geleverd aan de Zuidooster in Gennep. De 5518 is een Leyland van het type LOK, met een carrosserie van Den Oudsten. Kenmerkend voor deze toeruitvoering waren de verspringende raampartijen aan de zijkant, met twee schuine ruiten.
Bij de Zuidooster deed bus eerst een aantal jaren dienst vanuit het rayon Nijmegen. Daarna werd hij eind 1977/begin 1978 verbouwd en geschikt gemaakt voor het vervoer van rolstoelen. Daartoe werd een vlakke vloer aangebracht en een hydraulische lift aan de achterkant. Een deel van het interieur maakte plaats voor een ruimte voor zes rolstoelen. De oorspronkelijke toerkleur van de Zuidooster, lichtblauw met crème, bleef hierbij gehandhaafd.
In deze uitvoering deed de bus tot 1992 dienst voor het vervoer van gehandicapte bewoners van Huize Maria Roepaan te Ottersum, nabij Gennep.
Nadat dit vervoer was overgenomen door een taxibedrijf, werd de 5518 overtollig en was in februari 1992 het moment aangebroken om hem toe te voegen aan de collectie museumbussen van de SVA Regio Brabant. Hierdoor is ook van het betrekkelijk geringe aantal Leyland-LOK’s dat als semi-toerwagen werd gebouwd, een museumexemplaar bewaard gebleven.
|
